Bouwjaar: 1875
Type: 8-kante stellingmolen
Functie: korenmolen
Inrichting: 1 koppel maalstenen
De molen begon zijn leven met zijn gemalin
Eva als watermolen voor de schepperij Innersdijk aan het Boterdiep bij Bedum.
De bouw van beide molens werd op 8 april 1790 aanbesteed. Omstreeks 1817 raakten beide molens overbodig door de
bouw van nieuwe watermolens. De
Eva verhuisde naar Usquert, waar hij op 29 december 1890 afbrandde. De vervolgens
herbouwde molen bleef de naam
Eva dragen.
De
Adam bleef in Bedum en werd daar in 1817 verkocht aan Hendrik Jans Brouwer die er een pelmolen van maakte.
Later werd er ook koren gemalen.
In 1875 brandde de koren- en pelmolen van Delfzijl af, waarna de
Adam, met behoud van zijn naam, van Bedum naar
Delfzijl verhuisde. Molenaar was toen H. Geertsema.
In 1954 verkocht de laatste molenaar, M. Dieterman, de molen aan de gemeente Delfzijl, die hem in 1958/1959 liet restaureren.
In 1959 werd de molen officieel weer in gebruik genomen als "Museum Molen Adam".
De eerste molen op de molenberg (restant van het noordelijke bastion van de vesting uit 1580) was een standerdmolen (anno ca. 1630).
Deze werd ruim honderd jaar later afgebroken en vervangen door een achtkante koren- en pelmolen op een lage stenen voet.
In 1847 is de muur verhoogd tot ca. 10 meter. Na het afbranden van deze molen in 1875 werd op de overbleven muren de Adam gebouwd.