Wijk C - Het verleden verteld

Het Volksbuurtmuseum Wijk C presenteert ruim duizend jaar geschiedenis van de bekendste Utrechtse volksbuurt.

De geschiedenis van Wijk C begint eigenlijk rond het jaar 950 in een binnenbocht van de Vecht, waar deze rivier veel zand afzet. De eerste naam voor dit stadsdeel is dan ook: ’t Zand.

Langs de Vecht legt men een kade aan, waar handelsschepen uit binnen- en buitenland aanmeren. Zelfs de Vikingen uit Noord-Europa komen langs om handel te drijven.

In de middeleeuwen noemt men haar ‘De Wijk van de Handvoetboog’. Ze heet zo naar één van de wapens, waarmee wijkbewoners hun deel van de stadsmuur en de stadsbuitengracht bewaken en verdedigen. Als de Fransen onder Napoleon in 1795 ook Utrecht bezetten krijgt de wijk haar huidige naam: Wijk C.

Tussen 1850 en 1950 gonst de wijk van activiteit. Wijk C’ers werken en drijven handel, maar ze maken ook muziek, spelen toneel, zingen en dansen desnoods bij een draaiorgel op straat. Talrijke clubs en verenigingen leiden er een bloeiend bestaan.

Wijk C heeft een nauwe band met het koningshuis. Verschillende vorsten en vorstinnen bezoeken de wijk. Het vieren van Koninginnedag is - voor het eerst in Nederland - waarschijnlijk mede in Wijk C ontstaan.

De eerste Stadsschouwburg, de eerste bioscoop van Utrecht en de eerste jaarbeurs van Nederland zijn te vinden op het plein Vredenburg, dat aan de wijk grenst. Wijk C is lange tijd de populairste uitgaanswijk van Utrecht, met zijn kroegen, logementen, restaurants, talrijke markten, kermissen en circussen.

Het eerste openbare park van Utrecht, het Oranjepark, ligt in het hart van de wijk. Voor de vaste bewoners was er naast noodzakelijke saamhorigheid echter ook de keerzijde van bittere armoede, zware werkomstandigheden, vreselijke ziektes en slechte huisvesting.

Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag én zondag van 11.00 tot 17.00 uur én de eerste zaterdag van de maand van 10.00 tot 15.00 uur.